Islam betekent overgave aan Allah. Wie zich overgeeft aan
Allah is een moslim. Een moslim getuigt dat er geen god is die aanbeden mag
worden dan Allah en dat de profeet Mohammed Zijn laatste boodschapper is.
De islamlessen bestaan uit verschillende onderdelen:
geloofsleer, aanbidding, het leven van de profeet Mohammed, Koran, zedelijkheid
en godsdienst en cultuur.
-In de lessen geloofsleer, leren we
Allah beter kennen, Zijn Schepping, Zijn profeten en Boeken, enz.
-Hoe en waar we Allah aanbidden
leren we in de lessen aanbidding, maar ook hoe en waar anderen bidden.
-De profeet Mohammed is een groot
voorbeeld voor ons, dus moeten we weten hoe hij leefde en wie zijn familie was.
Dan kunnen we beter vergelijken hoe ons gedrag is en hoe wij omgaan met onze
familie en omgeving.
-In de Koranlessen is het niet de
bedoeling veel Koranverzen te memoriseren, maar dat we leren wat er in de Koran
staat, wat de hoofdstukken betekenen die we uit het hoofd zouden moeten kennen
en hoe moslims volgens de Koran leven.
-Zedelijkheid is in elke
levensbeschouwing heel belangrijk. Hoe we met elkaar omgaan, familiebanden,
ziekenbezoek, armen en mensen in nood. Maar ook over onze speciale dagen.
Godsdienst en cultuur is onze relatie met andere godsdiensten,
omgeving, het milieu. Deze lessen worden deels samen met de andere
levensbeschouwelijke vakken gegeven (zoals bv “de berenklas”).
De islam les heeft vooral als doel, de leerlingen op een
speelse en creatieve manier liefde voor hun godsdienst in te planten, een warm
hart voor hun profeet en nieuwsgierigheid om meer te leren over de islam in
relatie tot de wereld.